Tien jaar is gelijk aan vijf minuten
“De Groote Wielen is een omvangrijk project dat van oorsprong gestart is halverwege jaren ’90. Inmiddels is driekwart van dit project voltooid en is een groot deel nog in aanbouw. De ontwikkelingen voor het laatste kwadrant zijn enkele jaren geleden opgestart. De verwachtingen zijn dat de woningen in 2024-2025 opgeleverd gaan worden. Je kunt dus wel stellen dat een looptijd van tien jaar voor een project in ons werkveld erg relatief is. Een oud docent van mij zei ooit eens: “in ons vak is tien jaar, gelijk aan vijf minuten in het ‘echte’ leven.””
Druk op de markt
Bouwen is kostbaar, besluitvorming en voorbereiding kosten veel tijd. Neem daarbij het vastlopen van de woningmarkt in 2010 en de woningnood in onze huidige samenleving. Dat zorgt voor meer druk op projecten als nieuwbouwwoningen. “Vanuit mijn rol belangrijk om hier gehoor aan te geven, maar ook te zorgen dat het voor iedereen een fijne woonomgeving blijft. Waar ligt het optimum om een prettige buurt te houden maar ook voldoende woningen te bouwen? De gemeente heeft daarin ook een Woonvisie, waarin is opgenomen dat we tienduizend woningen bouwen in tien jaar tijd.”
Meewerken aan de stad van de toekomst
“Plannen tot werkelijkheid zien worden, meewerken aan de stad van de toekomst. Dat is voor mij persoonlijk dé toegevoegde waarde van mijn werk. We hebben nu bijvoorbeeld bepaalde plannen gemaakt, die er waarschijnlijk over enkele jaren in de praktijk zullen zijn. Dat is natuurlijk heel gaaf om te zien.”
Invloeden Omgevingswet
“Met de komst van de nieuwe omgevingswet gaan we anders werken. De tijd dat we voor de gemeente hele wijken uittekende tot op de stoeptegel nauwkeurig, die zijn veranderd. De bal komt nu veel meer te liggen bij de ontwikkelaars én de toekomstige bewoners. Er heeft in dat opzicht een sterke verschuiving plaatsgevonden richting het sociale aspect. Zo gaan we meer samen in overleg om tot een goed plan komen. Daarin is de rol van de stedenbouwkundige drastisch veranderd ten opzichte van 30 jaar geleden, toen vooral het technische en verkeerskundige aspect de hoofdrol speelde.”